Communicatie

Duidelijke communicatie naar ouders toe is een must. Door middel van informatie via sociale media, een website, programmaboekje, ouderbezoeken, een groot infobord aan je lokalen,… kan je duidelijkheid scheppen over de kosten en verwachtingen.

Welke informatie mag zeker niet ontbreken:

  • het bedrag van het inschrijvingsgeld of eventueel het totale kostenplaatje (lidgeld, kampgeld, weekends,…);
  • mogelijke kortingen en uitleg van een tweedehandssysteem;
  • de locatie van je jeugdbeweging;
  • het moment waarop jullie samenkomen;
  • de leeftijd vanaf wanneer leden welkom zijn;
  • contactgegevens van de groepsleiding of aanspreekfiguur;
  • afspraken over het uniform en eventuele materialen die aangekocht moeten worden;
  • verwachtingen naar ouders toe.

Communiceer niet enkel schriftelijk, maar geef ook mondelinge uitleg. Zowel aan de ouders als aan de kinderen en jongeren. Kies er voor om geregeld een brief mee te geven in plaats van 1 brief met alle info voor een volledig jaar. Hou schriftelijke communicatie beknopt en duidelijk. Visualiseer waar mogelijk met pictogrammen, foto’s en plannetjes. Probeer ook steeds de brief persoonlijk af te geven, zo kan je uitleggen wat er precies in staat.

Communiceren met anderstalige kinderen en ouders:

Enkele tips om dit op een positieve manier aan te pakken:

  1. Tijdens een gesprek, gebruik je Nederlands als basis en uitgangspunt.
    Schakel niet te snel over naar een gemeenschappelijke taal. Spreek liever langzaam, duidelijk en in korte zinnen. Gebruik geen moeilijke woorden. Ga niet luider spreken. Spreek eenvoudig, niet kinderachtig.
  2. Stel de persoon op zijn gemak.
    Zorg voor een warm onthaal: wees vriendelijk, begroet in eigen taal,…
  3. Spreek correct Nederlands, geen verkorte taal.
    Bijvoorbeeld: “Duidelijk voor jou?” ipv “ Jij mij begrijpen?”
  4. Vermijd spreekwoorden, figuurlijke uitdrukkingen.
  5. Houd het kort en las rustpauzes in.
    Geef niet te veel informatie in één keer en geef tijd om de gegeven informatie te verwerken, hun verhaal te doen.
  6. Gebruik veel gebaren en gebruik foto’s, prenten of voorwerpen om je boodschap duidelijk te maken.
  7. Indien je twijfelt of de indruk hebt dat de ouder je niet verstaat, achterhaal dan of de andere je uitleg begrepen heeft.
  8. Herhaal eventueel in andere woorden.
    Dit biedt meer kansen voor de ouder om je te begrijpen. Zoek naar eenvoudigere woorden, selecteer enkel de belangrijke informatie die je wil delen. Doe dit een drietal keer na elkaar.

Meer info nodig rond taal en omgaan met anderstaligen:

  • Campus O³ - Jaarbeurslaan 19
  • Kind & Taal vzw – Stalenstraat 48